Formaat

Het gewicht van een volwassen stier met een schoft van ongeveer 1m45 tot 1m50 schommelt tussen 1.100 en 1.250 kg. Niet zelden evenwel treft men exemplaren aan van meer dan 1.300 kg.
Het gemiddeld gewicht van een volwassen koe met een schofthoogte van 132 tot 134 cm in het begin van de dracht bedraagt 700 tot 750 kg. Sommige koeien met een gestalte van boven de 1m40 halen een gewicht van 850 tot 900 kilogram.

 >  Gewicht en gestalte

 

Vacht

Hoewel de meeste gekeurde exemplaren bontgekleurd zijn (teruglopend, in verhouding tot «volledig gekleurd»), treft men bij dit ras 3 types van kleuring aan: volledig wit, blauw (blauwbont), zwart (zwartbont).
Deze 3 fenotypes van de vacht zijn toe te schrijven aan de afscheiding van een paar genen die overgeërfd zijn van de Shortorn. Het blauw (equivalent van de roodschimmel kleur bij de Shortorn) vormt het middelste heterozygoot fenotype. Van deze 3 fenotypes van kleur is het zwart het minst voorkomt.

 >  Combinaties bij de ouders

 

Zootechnische eigenschappen

• Leeftijd bij 1ste kalving:
De BWB vrouwelijke runderen zijn vroegrijp en bereiken vroeger de puberteitsleeftijd dan de vrouwelijke dieren van andere vleesrassen.
De leeftijd waarop voor het eerst wordt gekalfd, bedraagt gemiddeld 32 maanden. Bij de uitbating van een veestapel komt het evenwel vaak voor de vaarzen kalven op de leeftijd van 24 maanden. Met het oog hierop, worden ze dan intensief gevoerd tot het ogenblik van kalven.

• Drachtduur en tweelingengeboorte :
Het BWB rund behoort tot de groep van rassen met een relatief korte dracht. Deze laatste duurt bij de mannelijke foetus 282.6 dagen en bij de vrouwelijke 281.6 dagen.
De frequentie van een dracht met tweelingen is gemiddeld 2.3 %.

• Geboorte gewicht:
Het geboorte gewicht bedraagt gemiddeld 47 kg voor de mannelijke kalveren en 44 kg voor de vrouwelijke.

• Tussen kalftijd:
De gemiddelde tussenkalftijd bedraagt 14 maanden. Voor 75 % van de koeien, varieert deze van 11 tot 15 maanden.

• Aantal geslaagde KI:
In België, ongeveer 50 % van de geboorten zijn afkomstig van kuntsmatig inseminatie.
Het aantal geslaagde bevruchtingen (58 dagen) is van 69.7 %.

Kalvingswijze :

Bij raszuivere BWB-kalveren leidt hun bevleesdheid tot moeilijkere kalvingen. De vleeswaarde van deze kalvering is evenwel beduidend hoger dan die van kalveren van andere rassen. Omwille van de bevleesheid van het BWB-kalf bij de geboorte is in België geboorte-assistentie door de bedrijfsdierenarts een vrij algemeen ingeburgerde praktijk. Op basis van zijn expertise, en met het oog op het welzijn van de moeder en het kalf, kan de dierenarts beslissen om een keizersnede uit te voeren. Deze vorm van geboortebegeleiding wordt vandaag niet in vraag gesteld binnen ons selectieprogramma. We volgen de dieren van het BWB-ras echter zeer nauwgezet op. Zo wordt bijvoorbeeld de bevleesdheid en het geboortegewicht van de kalveren in het selectieprogramma nauwkeurig gecontroleerd en opgevolgd. Uit gebruiksgegevens blijkt dat het BWB-ras uitzonderlijke resultaten geeft bij eindkruisingen, zowel wat bevleesdheid betreft als afkalfgemak. In de kruisingen met Holstein-koeien bedraagt het percentage keizersneden slechts ongeveer 4 % en voor sommige KI-stieren ligt dit percentage zelfs lager. Vergelijkende proeven in verschillende Europese landen op Holstein-, Hereford-, Anguskoeien,... hebben aangetoond dat het aandeel van begeleide kalvingen van dezelfde grootteorde is als dat van andere continentale vleesrassen (Limousin, Blonde d'Aquitaine...).

 

Dagelijkse groei voederconversie

De Gemiddelde Dagelijkse Groei (GDG) van fokstieren van 7 tot 13 maanden van de rundveeselectie centrum bedraagt 1.6 kg/dag. In afmesting, bereikt het 1.2 kg / dag.
De voederconversie ( kilogram krachtvoeder per kilogram groei) verbeterd geleidelijk aan bij het vlees type. Bij dit type wordt een lager verbruik genoteerd en een betere omzetting.

Deze gunstige verbruiksindex kan verklaard worden doordat de gewichtstoename rijker is samengesteld, met name uit eiwitten, en tegelijk armer is aan vetten. De verbruiksindex bedraagt tussen 7 en 13 maanden ongeveer 5 kg krachtvoeder / kg groei.
Aangezien het bevleesd dier een geringe neiging vertoont tot afzetting van vet, kan het gefokt en vet gemest worden op basis van een energierijke voeding die resulteert in een gewichtstoename zonder het risico van de vorming van overmatig vet. De traditionele formule is hier het kweken van stieren van 18 tot 19 maanden oud met een gewicht van ongeveer 650 kilogram.

 

 

 

 

 

Rendement bij de slachting

Bij het BWB ras, bedraagt de rendement bij de slachting 70 % en meer. Met een vlees rendement van de karkas van 82 %, en meer zelfs, leveren deze dieren bij een zelfde levend gewicht van, bijvoorbeeld, 600 kg, 100 kg vlees méér dan de exemplaren waarvan het rendement bij slachting 60 % bedraagt.
In België, worden 70 % van de karkassen van jonge vee in S en E categorieën ingedeeld. Dat verleent het een uitzonderlijke situatie. Dankzij deze kenmerken, produceert het BWB ras een maximum vlees voor een minimum afvallen.

Wat het versnijden betreft, erop dient gewezen dat heel wat spieren die bij de gewone runderen behoren tot de 2de categorie, opnieuw worden gekeurd als zijnde van 1ste categorie wanner ze in de handen van onze slagers terechtkomen, met als gevolg een hoger rendement (+34%) aan stukken met een snellere kooktijd.

Ces caractéristiques permettent à la race BBB de produire de la viande en occasionnant très peu de déchets.

En matière de découpe, il convient d’ajouter que, dans les mains de nos bouchers, de nombreux muscles appartenant chez le bétail ordinaire à la 2ème catégorie, sont reclassés en 1ère catégorie avec comme conséquence un rendement plus élevé (+35%) en morceaux à cuisson rapide.

Vleeskwaliteit

Het BWB wordt door de fokkers geselecteerd om aan de verwachtingen van de consumenten te beantwoorden. België is een land waar de vleesconsumptie zeer belangrijk is: 100 kg per jaar en per persoon, waarvan 20 kg van rundvlees. Het BWB vlees vertegenwoordigt 75 % van de nationale productie van rood vlees.

Het BWB ras onderscheidt zich door de geproduceerde hoeveelheid van vlees maar ook door zijn kwaliteit.

Zijn voederwaarde wordt door 4 hoofdelementen bepaald : het vlees is zeer rijk aan eiwitten van hoge biologische waarde, aan vitaminen B 3 en B12, aan ijzer en zink, beiden van een vorm die gemakkelijk door het organisme goed opneembaar is.

Het BWB vlees wordt door dokters en diëtisten aangeraden. Het bevat immers minder cholesterol (+/- 45 mg / 100g) dan kippenvlees (+/- 62 mg / 100g).

Bovendien, bevat het BWB vlees gemiddeld 5 % vet, d.w.z. 2 tot 3 keer minder dan de vlees geproduceerde door andere vleesrassen. Zijn lipoïdische samenstelling wordt door een goede verhouding tussen de vetzuren gekenmerkt ; het vet van zo’n kwaliteit is niet ongunstig voor de gezondheid.

Anderzijds, dankzij de fijnheid van de vezelstructuur en zijn laag gehalte aan bindweefsel, is het BWB vlees bijzonder mals.

Het BWB vlees dient 1/3 tijd minder te bakken dan alle ander rundveevlees.

In het kort, biedt het BWB aan de consumenten precies wat ze wensen : een mager, mals en smaakvol vlees, geproduceerd met respect voor de welzijn van de dieren en de voedselveiligheid.